Waarom ook niet

Van West- naar Oostkust

Van west naar oost in een week.

Vorige week was ik nog in Samara, nu in Tortuguero. De Costa Ricaanse Westkust ingewisseld voor de Oostkust, met tussenin een stop in La Fortuna en Sarapiqui, heel wat kilometers, landschappen, mensen en dieren. Weer meer dieren. Tsja, ik kan er niet aan doen. De natuur is hier geweldig en de diertjes het meest fascinerend.

Hoe gaan we dit hier aanpakken zonder dat het een opstel over een schooluitstap wordt?

En toen gingen we naar La Fortuna.

La Fortuna

La Fortuna is een stadje aan de voet van de Arenal vulkaan. En die vulkaan moet je gezien hebben, volgens alle reisgidsen, waar je er meteen ook prachtige plaatjes van vindt. Dan kan ik niet achterblijven natuurlijk, hop, die plaatjes en verhalen achterna.

Alleen jammer dat het nooit zo mooi als de plaatjes en de verhalen zal worden. De vulkaan is al een paar jaar niet meer actief, dus geen lavastromen of rookpluimen te bespeuren (stiekem hoop je toch een beetje op wat actie. Een klein lavastroompje, met niet te veel schade of zo). En in de dagen dat ik er was zat er steeds een wolk rondom de top, dus geen plaatjes van de iconische conische vulkanologische berg. Maar dat wil niet zeggen dat je je er niet kan amuseren natuurlijk!

De eerste dag een tocht gedaan in het regenwoud op de flanken van Arenal. Hem helemaal beklimmen kan niet, althans niet officieel. Als je de gidsen wat blijf doorvragen, zeggen ze dat het wel ‘kan’, maar op eigen verantwoordelijkheid. Niet gedaan hoor, ik vind hier wel een andere vulkaan die gemakkelijker en officiëler in de krater te kijken valt. En meteen actiever ook. Later kwam ik een gids tegen die een hike organiseerde van Arenal naar Monteverde. In vogelvlucht is dat niet zo ver, met de auto moet je daar 9 uur voor om rijden. Dat leek me een geweldige tocht, door prachtig nevelwoud en landschap, maar ik was al eens in Monteverde geweest. Andere keer.

Ik heb me ook nog eens gewaagd aan een fietstochtje. Om weer eens te ondervinden -ik ben dus geen ezel- dat het Costa Ricaanse landschap betere fietsen vereist dan diegene die ze er verhuren. De meeste Costa Ricanen hebben trouwens zo een soort chopper-achtige fiets met 1 versnelling en achteruittraprem. Totaal ongeschikt voor verplaatsingen verder dan de bakker of de supermarkt dus. En zelfs die verplaatsingen kunnen tegenvallen als je pech hebt. Ik moest niet naar de bakker of de supermarkt, maar naar de Catarata de La Fortuna waterval, die catarata is een ware mont ventoux klim verwijderd van La Fortuna. En dan moet aan die waterval hetzelfde andersom doen met de trap om beneden wat te kunnen pootje baden. Wel veilig wegblijven van die waterval zelf, want die komt hard naar beneden.

Ik had ik La Fortuna een zogenaamd 5-sterren hostel geboekt. Dat is vrij goedkoop slapen in een dorm, maar wel een propere, en er was een zwembad. Toen ik naast en in dat zwembad wat wou bekomen van mijn fietstocht, zat dat opeens vol Vlamingen. Niet dat dat erg is, gewoon gek om opeens volop Vlaams rondom me te horen. Ik heb niet echt kennis gemaakt, ik denk dat het een soort georganiseerde Joker-reis was voor jongeren. Het voordeel van zo een dorm is dat je gemakkelijk mensen ontmoet, zoals daar zijn: een Duitser, een Amerikaan, een Amerikaanse, een Japanner,… Met de ene boek je dan eens samen een activiteit, met andere ga je al eens een pint drinken. Fijne mensen, maar geen vriendschappen voor het leven gesloten. Want na 3 nachten was ik al weer weg daar.

En toen gingen we naar de Sarapiqui-vallei.

Sarapiqui

Tussen La Fortuna en Tortuguero in ligt de Sarapiqui vallei. Een toeristisch iets minder ontwikkeld gebied, maar wel met een prachtige natuur en veel ‘lodges’, dat leek me wel eens aangenaam zo tussen 2 toeristische trekpleisters. En ik vond in de Lonely Planet een soort eco-lodge die betaalbaar bleek voor een rugzaktoerist en bereikbaar met het openbaar vervoer. Meestal zijn die eco-lodges vrij dure bedoeningen en afgelegen, zodat je er alleen met een huurauto raakt. Wat ze eigenlijk al een stuk minder ‘eco’ maakt. Maar zo middenin de natuur zitten, afgesloten van alles, heeft wel wat. De lodge waar ik naar toe ging ligt op wandelafstand van een ‘grote’ (lees geasfalteerde) weg. Dus naast een symfonie van natuurlijke geluiden, hoor je er ook af en toe een een vrachtwagen voorbijrazen, op weg met containers Chiquita bananen en zo.

Een afgelegen plek plus laagseizoen, dat maakte dat ik, alhoewel ik in een dorm sliep, de kamer voor me zelf had. Handig. Maar wel veel minder kans om er mensen te ontmoeten, de paar andere gasten waren gezinnen die er een eigens huisje huurden. Die zag ik wel eens aan het ontbijt. En er was ook nog Ryan, iemand die er enkele jaren geleden als vrijwilliger had gewerkt en nu even langs kwam. Hij had ook een dorm voor zich en kende het domein heel goed en nam me mee op een nachtelijke tocht diertjes spotten. Het zat er vol met van die knalgroene roodogige boomkikkers. En slangen en een kaaiman. Verder deed ik er een chocolade-tour, heel informatief over waar chocolade vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. Heel leerrijk en ook heel lekker, wat er kwam veel proeven bij. De oorspronkelijke bevolking van Costa Rica dronk bijvoorbeeld chocolademelk (zonder melk welteverstaan) met chili. Een aanrader!

De toer door het regenwoud overdag moest gecanceld worden, vanwege de regen. Hallo? Het is toch regen-woud? Ik dacht eerst dat ze hem speciaal voor mij wat harder gezet hadden. Jammer, maar ik was zelf al eens gaan verkennen op een droger moment, daar twee uur rondgewandeld en niet veel meer gezien dan de ‘usual suspects’ natuurlijk. En dan ben ik terug, steekt er op het wegeltje naar mijn hut plots een miereneter over. Zo een kleine pluizige, net een wandeld knuffeldier. Hij was niet verlegen, maar toch te snel om er een deftige foto van te nemen (die foto staat hier ergens op de pagina, ik krijg die hier maar moeilijk geïntegreerd via ipad). Echt een grappig dier.

En toen gingen we naar Tortuguero

Tortuguero

Tortuguero is bekend om zijn zeeschildpadden die er aan land komen om eitjes te leggen. Heel toeristisch wel weer en heel afgelegen, je raakt er enkel met een boot. Op de bussen en boten er naar toe waren er al een aantal mannen, aan het ronselen voor hun tours. Zo van die mannen die iedereen ‘my friend’ noemen. Dat moet nogal een boeltje zijn op hun Facebookprofiel. Ik wantrouw ze een beetje en kies er voor een vereniging lokale gidsen, die hun inkomsten delen met de bevolking van Tortuguero en zo. Dat vertellen ze me toch. Daardoor beland ik ’s anderendaags alleen in een bootje met mijn privé gids. Zalig. Veel vogeltjes en diertjes gezien alweer. Zelfs een slangenhalsvogel, ik dacht dat die verzonnen was voor de boekjes van de totems bij de Scouts.

En natuurlijk ben ik zoals elke toerist, ’s avonds schildpadden gaan spotten op het strand. Dat gebeurt heel georganiseerd en enkel via een gids. Je wacht ergens op een centraal punt en dan eens dat enkele mensen op het strand schildpadden zien, wordt je gids verwittigd en dan kan je in kleine groepjes gaan kijken hoe ze eitjes leggen en onhandig aan land of terug in zee kruipen. Ik vond het het een beetje raar om er op toe staan te kijken hoe ze die eitjes leggen, dat is toch een intiem moment voor hen ook? Ze zeiden dat door er een paar lastig te vallen er een paar honderden rustig hun ding kunnen doen. Enorme beesten. En het was dan nog niet het seizoen van de grootste, de leatherbacks. Nu waren het groene zeeschildpadden.

Met het toegangsticket voor de boottoer kan je ook nog wat gaan wandelen in het nationaal reservaat daar. Daar zag ik een enorme zwarte vogel, die volgens mij ‘Pino’ zou heten als hij blauw was geweest. Of is Pino geel? Volgens de mannen van het nationaal park en dus mensen die het kunnen weten, zou het een ‘great currasow‘ zijn. Een groot uitgevallen kalkoen eigenlijk, dat valt tegen. Ik denk toch dat ik een gemuteerde versie heb gezien. Na.

En toen gingen we naar Cahuita.

Hoe? je zat toch in Tortuguero, Lieven? Tsja

Ik dacht deze blog gisteren af te werken, dus het concept ‘van Samara naar Tortuguero’ klopt inderdaad niet meer. het is hier wel nog steeds oostkust. Het kon niet blijven duren, ik had er van. Ik had in Tortuguero slecht geslapen, oa door een café in de straat, het was zaterdagnacht natuurlijk dus ik was supermoe en zondag moet ik iets verkeerds gegeten hebben en moest dus meer dan me lief is naar de pot. Ook weer slecht geslapen. Ondertussen ben ik wel al volgens plan naar Cahuita gegaan. De vrij lange boot-bustrip ging wel (omgezaagde bomen maakten het moeilijker dan anders. Vandalisme volgens de mensen daar. Alleen snap ik niet goed wie er nu plezier in vindt om ’s nachts bomen te gaan omzagen in een verlaten gebieden, gewoon om boten te blokkeren.), maar hier in Cahuita, hang ik toch vooral in de hangmat en ga ik straks eens heel vroeg slapen.

Bedankt voor je aandacht als je dit helemaal tot hier gelezen hebt. Ik ga de komende dagen eens uitzoeken wat ik verder ga doen. Ik ben hier vlakbij Panama, dus ik zou meteen kunnen doorsteken. Anderzijds zijn er in Costa Rica nog wel enkele dingen die ik wou zien. Corcovado onder andere. Maar eerst eens goed slapen.

[shashin type=”photo” id=”466,467,468,469,470,471,472,473,474,475,476,477,478,479,480,481,482,483,484,485,486,487,488,489,490,491,492,493,494,495,496,497,498,499,500,501,502,503,504,505,506,507,508,509,510,511,512,513,514,515,516,517,518,519,520,521″ size=”small” columns=”max” order=”user” position=”center”]

« »